Home Over ons Contact

Bestemmingen
Andorra rondreis
België rondreis
Duitsland campings
Duitsland kastelen
Duitsland kerstmarkten
Duitsland nat. parken
Duitsland privé accomodaties
Duitsland Rügen
Duitsland rondreis
Engeland rondreis
Europa attractieparken
Europa begraafplaatsen
Europa dierentuinen
Europa evenementen
Europa kindermusea
Europa kuuroorden
Europa watervallen
Frankrijk campings
Frankrijk Corsica
Frankrijk grotten
Frankrijk kanoën
Frankrijk kastelen vd Loire
Frankrijk land en kastelen vd Katharen
Frankrijk molens
Frankrijk rondreis
Frankrijk tuinen
Italië Dolomieten
Italië rondreis
Kroatie campings
Kroatie rondreis
Nederland musea
Nederland Pampus
Nederland tuinen en parken
Roemenië rondreis ( 1 )
Roemenië rondreis ( 2 )
Zie Links


Roemenië ( deel 2 )

 

Suceava    -    Benadeeld Wereldcultuurerfgoed ?
In het noordoosten van Roemenië in het vroegere vorstendom Moldavië verbergt zich nog een wereldcultuurerfgoed van de Unesco. Het staat in de hoofdstad van Moldavië Sucueva, Als men Suceava nadert lijkt het weinig vrolijk.
Waar de kerkburchten  in een ander deel van Roemenië vervallen zijn blijkt hier het geloof te herleven en worden nieuwe kloosters en kerken opgericht zoals ook in Suceava.

Nadat in 1675 de hoofdstad van Moldavië naar Iasi verlegd werd, kende Suceava een duidelijk economische en culturele achteruitgang.
Momenteel is Suceava een moderne industriestad met 120.000 inwoners die aan een veelvoud van betonburchten niet te klagen heeft, maar die toch nog een rijke culturele erfenis uit de bloeitijd van de Middeleeuwen van de ondergang kon redden. Tussen grauwe huurkazernes ontdekten wij plotseling de in 1535 door Petru Rares, de zoon van Stefan de Grote, gebouwde "Biserica Sf. Dumitru "( li ). De klokkentoren op de voorgrond werd in 1560 toegevoegd.

Het oudste gebouw en tevens cultureel erfgoed ontdekten wij in een zijstraat. Wij konden moeilijk geloven dat deze nieuw uitziende kerk uit de 14e eeuw stamde. De naam blijkt te kloppen, het kenteken van de Unesco vinden wij echter niet.
De status van de kerk weinig eer aandoende, werden scheuren in de waardevolle fresco's met kleefband overdekt. De kerk stamt oorspronkelijk uit de 14e eeuw. De Woiwodenvorst Petru I Musat verlegde de hoofdstad van Moldavië van Siret naar Suceava en liet hier tot 1388 een bisschopszetel bouwen, evenals de "Biserica Sf. Gheorghe Mirauti "als kroningskerk voor de volgende Moldavische vorsten.

Wij gaan binnen en vinden de kerk schijnbaar verlaten. In alle rust kunnen wij de wondermooie in oker, bruin en goudtonen wandschilderingen bewonderen. Tijdens de heerschappij van Stefan de Grote ( 1433-1504 ) werd de kerk verwoest, doch hij richtte op de ruïnen een nieuw bouwwerk op en werd zo hun tweede stichter. De zuilen stammen uit de 17e eeuw en vervangen zo de oorspronkelijke muur tussenwand tussen de inkom en de gemeenschapszaal. Vanuit de gemeenschapszaal ( naos ) blikken wij op de ikonostase, waarachter zich de altaarkamer verbergt. Typisch voor kerken in Byzantijnse stijl is de koepel in het dak boven de naos, die hier op vier stenen rondbogen rust. Hij zal de kamer hoogte geven.


Een ander Byzantijns kenmerk, dat wij nog zullen tegenkomen zijn drie absissen in de vorm van een klaverblad. De absis achter de ikonostase wijst naar het oosten, de beide andere naar het noorden en zuiden. De ikomostase beeldt de scheidingslijn uit tussen de hemelse en aardse wereld. Door de deur in het midden, de zogenaamde koningsdeur, die als herinnering aan het gordijn in de joodse tempels meestal uit stof bestaat, mag ook hier enkel door de priester of diaken voorbij gegaan worden. De opbouw van de beeldwand volgt ook vaste regels.
De christelijke waarheden zullen door hen aan de gemeente veropenbaard worden. Boven de deur is een afbeelding van het laatste avondmaal en links en rechts ervan Bijbelse scenes die een kunstig geschilderd catechismus voorstellen. Daarboven troont Jezus met links Johannes de Doper, de moeder Gods en verder aartsengelen, apostels en heiligen.
Dit gewichtigste deel van de ikonostase wordt de "Voorspraakgroep "genoemd. Van een jonge priester vernemen wij dat er van de Unesco geen geld komt voor herstellingen, dat dit naar de meer gekende kloosters gaat. De toelage die men kreeg was zelfs niet voldoende om wegwijzers naar de kerk te plaatsen.
Uitzicht op de kerk met de Oost-absis. De huidige toestand berust op herstellingen van einde van de 19e eeuw en verdere instandhoudingswerkzaamheden tussen 1996 en 2000. Van de oude buitenwandbeschildering zijn slechts enkele stukken meer zichtbaar.


De Roemenen zijn niet alleen bekwaam in het herstellen van kerken, maar ook bij de herstelling van banden. Dit gebeurt bij de "Vulkanizare "die men praktisch in elk dorp aantreft en in het kleinste huis plaatsvindt. Wanneer wij in afwachting van de herstelling van onze band het reservewiel uit de koffer wilden halen, werd dit vriendelijk afgewimpeld. Men nam het wiel met de defecte band, men begoot het met een vloeistof en stopte de drie gevonden gaatjes met een gummipropje. Alles duurde slechts enkele minuten en kostte 2,5 euro en de band hield stand tot huis.  


Neamt & Bicaz
Klooster Kloof in de Moldau ( Moldavië)
Op de straat bij Neamt komt ons een paardenkar tegemoet met een zigeunerfamilie. Dit komt men meermaals tegen op de reis en in dichter verkeer vormen ze een ware hindernis bij inhalen e.d. Roemeense Roma vinden de uitdrukking "Zigeuner "zeker geen scheldwoord, doch zijn zelfs trots en noemen zich zelf Tigani of Zigeuner.


Het Neamt-gebied zou de grootste kloosterdichtheid van de wereld bezitten. Na het Ceausescu-regime gaan niet alleen oude klooster opnieuw open maar worden er ook nieuwe orthodoxe kerken bijgebouwd. De stad Piatra Neamt telt ongeveer 115000 inw. en ligt in het Karpatenvoorgebergte. De stad zelf is een betonblokkendoos die zelfs het oude stadsdeel in het nauw brengt, doch de omgeving is prachtig.

Bij de stad Bicas is een oude cementfabriek, doch verder dringt men steeds dieper de mooie kloof in. De huizen aan de stadsrand hebben een geheel eigen stijl.

 
De afmetingen van het  Bicazravijn laten zeker niets te wensen over. ( " Rezervatia Cheile Bicazului "). Hij is ongeveer 5 km. lang. Op twee ietwat bredere plaatsen kan de toerist er houten maskers en huishoudspullen kopen, als ook bestikte kledingstukken. Langzaam slingert de weg zich langs bizarre rotsen rivierafwaarts. Wij werpen een blik op de 1120 m. hoge klimrotsen "altaarrotsen "genoemd.
Enkele km. verder stoot men op een ander curiosum en uiterst geliefd vrijetijdsgebied "Lacu Rosu ". Dit Rode Meer is genoemd naar de kleur die het uitstraalt. In 1838 gleed een deel van de rotsmassa in de rivier Bicaz en wierp een natuurlijk stuwmeer op. Het afgesloten dal liep vol water en de dennen verdronken. De toppen van die dennen steken nu nog boven het water uit en men kan er met een bootje omheen varen. Men kan echter ook te voet rond het meer wandelen wat een echt aangename tocht is.

Nadat wij via een miserabele weg naar de weinig spectaculaire pashoogte gereden zijn keren wij terug naar de kloof. Men dient voorzichtig te zijn. Op de smalle straat kan plots een onverwacht houttransport opduiken of kunnen huiswaarts kerende koeien de weg innemen.

In de 14e eeuw werd het klooster van Neamt door de leerlingen van de Servische monnik Nicodim gesticht. Men betreedt het klooster door het oudste deel van de huidige gebouwen, de Ingang- en klokkentoren. Het klooster is een geschenk van Alexander de Goede ( 1400-1432 ).
Op de binnenplaats van het beroemde klooster van Neamt geven stenen in het gras de plaats aan waar de oorspronkelijke kerk heeft gestaan, die echter door een aardbeving werd vernield. Stefan de Grote ( Stefan cel Mare 1433-1504 ) stichtte een nieuwe kerk ( Maria ontslapen ) die in 1497 klaar kwam. Het werd zijn grootste schenking. Alles bij elkaar liet hij 44 kloosters en kerken bouwen. De dappere krijger tegen het Osmaanse rijk stichtte na elke gewonnen veldslag tegen de Turken een klooster.

Het klooster van Neamt is het prototype voor alle Moldavische kloosterkerken uit de 16e eeuw. Op de naar het binnenhof gekeerde zijde van de klokkentoren bevindt zich een reusachtig oog. Ik denk onvrijwillig aan een vers uit mijn kindertijd: "Een oog is dat alles ziet....."
Van de pronaos ( voorhal ) kijken wij in de naos ( gemeenschapszaal )  tot aan de altaarzaal met de ikoon Maria en Jezuskind. De kerkdienst duurt hier tussen de één en de drie-en-een-half uur en zijn een lofprijzen aan Jezus en Maria.

Het klooster is sedert 500 jaar niet alleen een religieus maar ook een cultureel centrum. In de 15e eeuw ontstond hier een beroemde school van miniaturisten, in de 18e eeuw werd een eerste drukkerij gebouwd die een schrijfschool inrichtte. Vele werken werden hier in het Roemeens vertaald. De kloosterbibliotheek bedraagt 18.000 boeken, enige ervan zijn werkelijk uniek.
Voor de kloostertoren werd tussen 1837 en 1847 het rond wijwatergebouw opgericht. In het centrum van het gebouw heeft men het ronde wijwaterbekken, waarvan het water jaarlijks met Hemelvaart en Pinksteren gewijd wordt. Verder dient het gebouw als souvenierswinkel voor de toeristen.
Aan de binnen zijde zijn de wanden en het dak van 1974 tot 1977 door Varahil Moraru beschilderd met scenes uit het leven van Christus.
Lang niet alle dorpen in Roemenië zien er armoedig uit. Deze houtbezitter toonde zijn welstand door een overmatige houtversiering aan de woning. De kunstige bewerking van het zinken dak was eeuwenlang een monopolie van de Tigani ( zigeuners ). Deze kunst heeft zich ontwikkeld uit de vroegere ketellapperij. Mochten ze de mogelijkheden hebben dan maakten ze zeker daken zoals de Indische pagoden.

Sovata
Sovata, een gemeenschap bestaande uit een 4-tal kernen, ligt op een hoogte van 475-600 m. boven de zeespiegel, aan de voet van de "Gurhiu "bergen in de provincie Transsylvanië. In 1952 heeft Sovata stadsrechten gekregen en is tot op de dag van vandaag de enige echte stad in de "Saltland "streek. Administratief gezien behoren ook de buurtschappen Iliesi, Sacadat en Capeti tot de stad Sovata. Sovata is in binnen- en buitenland bekend geworden door zijn gezondheids- en ontspanningsmogelijkheden. Het is één van de meest bekende kuuroorden met natuurlijke zoutwaterbronnen van Roemenië. Vooral de heliothermische zoutmeren en de hieruit gewonnen modder, zijn in heel Roemenië bekend geworden vanwege de heilzame werking bij allerlei gewrichtsklachten, huidaandoeningen, kinderloosheid, etc. etc.
Een grote bijzonderheid is dat het grote zoutmeer van Sovata warm water bevat. De warmte wordt echter niet door onderaardse stromingen veroorzaakt, maar door inwerking van zonlicht. Het meer beschikt namelijk over een speciale isolerende laag die op het water drijft, waardoor wel zonnewarmte wordt opgenomen, maar niet wordt afgegeven. Gedurende de winter- en voorjaarsmaanden wordt het water tot wel 35-50 graden C. opgewarmd. Doordat het in de zomermaanden gebruikt wordt als zwembad en de bovenste laag hierdoor sterk wordt verstoord, kan de warmte ontsnappen en koelt het water weer af tot ongeveer 25-30 graden C. Naast het grote meer "Lakul Ursu "( Beren Meer ) genaamd, zijn er nog 4 andere, kleinere meren: Mogyros ( Hazelnootmeer ), Zold ( Groene Meer ) en Fekete ( Zwarte Meer ). Het Beren Meer is met zijn afmetingen van 288m lang, 132-210m. breed en bijna 19m diep veruit het grootste. Ook heeft dit meer het hoogste zoutgehalte; namelijk 256 gram per liter water!
In de boeken komt Sovata het eerst voor rond 1578. Tussen 1580 en 1711 had Sovata rond de 200 inwoners en groeide in 1750 uit door de ontwikkeling van de bosbouw naar ruim 1000 inwoners. De katholieke kerk is gebouwd in 1640, de eerste school stamt uit 1711 en pas in 1939 werd een tweede ( calvinistische kerk gebouwd. Mede door de ontwikkeling van de zoutmeren voor heilzame en toeristische redenen, groeide Sovata uit tot een dorp met 2.000 inwoners in 1900 en bereikte in 1910 de grens van 3.000 inwoners. Pas sinds 1952 werde stadsrechten aan Sovata toegekend.


Sighiþoara (Schäßburg)
Sighisoara wordt de beste bewaarde middeleeuwse stad van Midden- en Zuideuropa genoemd, die bijna volledig door een vestingmuur omgeven is. Van op de Hermann Oberth plaats ( een beroemde zoon uit de stad ) kijken wij naar de bovenstad, de eigenlijke citadel die meer dan 150 eeuwenoude woonhuizen omvat. Het ziet er uit als ontsnapt uit een oud sprookjesboek. Duitse kolonisten stichtten het in de 12e eeuw als "Zesde Stoel ""Castrum Sex "van een totaal van zeven stoelen ( burchten ) in Transsylvanië. Aan de onderste rand van de oude stad werd bij aanvang van de 20e eeuw een machtige orthodoxe kerk gebouwd die de gelovigen die in Roemenië maar steeds toenamen onderdak te moeten geven voor hun geloof. 
 

Bij onze tocht naar de citadel stoten wij op een oude vestingtoren. Men noemt hem de Smidtoren, omdat de gilde van de smeden hem tot onderhoud en verdediging toebedeeld kregen. Ook de vroegere 13 torens ( thans nog 8 ) waren allen aan een gilde toegewezen, zoals de Tingieters, de Leersnijders, de Slagers.........
Van op die toren werpen wij een blik op de benedenstad. Die werd in de 16e eeuw gebouwd nadat er te weinig plaats was binnen de burchtmuren. Ook dit deel bestaat uit vier smalle oude straten op één uitzondering na. Even werd er gedacht om de hele stad af te breken om aan "moderne "gebouwen plaats te bieden. Er werd een sleuf in de onderstad getrokken en daar bevindt zich nu een blokkendoos van een warenhuis. Sighisoara overleefde echter de omwenteling. Talrijke trappen en steegjes slingeren zich langs de huizenrijen naar de bovenstad toe. De beroemdste toren van de stad, tevens herkenningspunt is de klokkentoren die de onder- en bovenstad deelt, verenigt en domineert en optisch in twee gelijke delen scheidt.
Onder deze klokkentoren bevindt zich de eigenlijke toegang tot de citadel.
Hij bezit een dubbele poortweerstand en een oude-vrouwen ingang. Als men er onderdoor loopt en van boven terugblikt op de poort ziet men de krachtige muren uit de 14e eeuw. Ook binnen de muren van de citadel beheerst de klokkentoren het zicht. Eeuwen lang gaf hij onderdak aan het stadhuis tot in 1899 er het stadsmuseum introk wat er zich nog steeds bevindt. Na de brand in de 16e eeuw kreeg hij een nieuw dak met vier zijtorentjes en een nieuw uurwerk.
Beroemd zijn de kleine roterende figuren die om het uur in beweging komen. Terug naar de onderstad lopen wij langs een grote opening in de muur met een houten figuur die dagelijks wisselt en de dag aanduidt. In Transsylvanië zegt het spreekwoord: "De uren meten niet de tijd, maar de eeuwigheid " Eigenlijk besluipt je het gevoel dat Sighisoara ergens in de middeleeuwen is blijven steken, en met de stad ook een beetje het hele land.
In een geel huis zou Dracula - dus Vlad Tepes geboren zijn. Zeker is dat de troonkandidaat van Walachië 1431 - 1435 zich als gast in het dorp ophiel. Thans is in dit huis het restaurant "Vlad Dracul " gevestigd met het symbool, de draak van Dracula.


Filmaffiche

Van de klokkentoren leidt de torensteeg naar de burchtplaats, de grootste en mooiste plaats van de citadel. Niettegenstaande dat enkele huizen fris gerenoveerd zijn is er nog steeds de grote nostalgische prikkel aanwezig. Hier kwamen we ook in aanraking met een bedelende jongen en een vrouw die ons de halve stad achtervolgde. In het huis "de Hert "op de burchtplaats eten wij typisch Roemeens. Jaarlijks wordt hier ook een middeleeuws spektakel opgevoerd.
Na moeilijke jaren komt nu het toerisme stilaan op gang. Er wonen nu nog steeds gewone burgers in de burcht en hopenlijk blijft dit zo en wordt de stad geen toeristencentrum vol met hotels, restaurants en souvenirswinkels. Boven de burchtberg troont de Schulberg met de Bergkerk en een romantisch, ietwat verwilderd kerkhof. Er is ook de Nieuwe School waar duits en roemeens onderwezen wordt. De raketdeskundige Hermann Oberth behaalde hier in 1912 zijn diploma en keerde hier later als leraar terug. In 1923 hield hij er zijn eerste openbare toespraak over "Raketten in het planetenruim "
De weg naar de school is moeilijk en bij slecht weer glibberig, daarom werd in 1642 een eikenhouten studententrap aangebracht. Momenteel is de kerk een museum geworden.
Onze gids wijst ons op een detail. Op een fresco ziet men de Heilige Drievuldigheid. Het verassende is dat het linker hoofd van een vrouw is, misschien een vroege emancipatiebeweging???

De benedenstad ligt ingebed in een idyllisch landschap waar nog 900 jaar oude eiken groeien. Er was daar een "Dracula-Themapark "gepland. Door nogal wat tegenstand is dit plan ten val gebracht.

In de benedenstad bevindt zich het eerbiedwaardige Hotel Steaua.

Een terugblik op het heuvelachtige daklandschap van Sighisoara. Anders dan de betonnen eenheidssteden vertelt hier ieder gebouw de eeuwenlange strijd tegen vijandige overvallen, overstromingen, branden en de pest, die de stad onderging en steeds weer te boven kwam.


BRAN &  BUCEGI  NATIONAALPARK
Dracula  als  toeristenmagneet
Onze camping in de Dracula-stad Bran bevindt zich op ongeveer 25 km. zuidelijk van Brasov ( Kronstadt ) onmiddellijk aan de voet van het machtige Karpatengebergte. "Vampire Camping " werd eerst enkele jaren terug geopend en heeft voor de plaatselijke toestand een hoge standaard.
De stad zelf ontplooid zich met veel nieuwbouw en de grondprijzen zijn de laatste jaren sterk gestegen. Men heeft er fastfood restaurants en souvenirswinkels. De burcht werd gebouwd in 1377 op een steile kalksteenrots. Het diende als verdediging tussen Siebenburg en Walachië en voor het innen van douanetaxen. De toestand van het slot bleef behouden zoals die destijds was.
Het idee om de burcht met Dracula te verbinden kwam in de zeventiger jaren toen het toerisme langzaam op gang kwam. Het lijkt op het kasteel van Dracula in de gelijknamige roman van Bram Stoker en schijnt zich als thuishaven voor de hororverhalen aan te bieden. Dit blijkt althans uit het toerisme en de marketingstrategie. De homepage http://brancastlemuseum.ro/indexfrm_en.htm van het museum geeft goede beschrijvingen van de ware slotgeschiedenis en Vlad Tepes, alias Dracula. Het kasteel was daadwerkelijk in de 15e eeuw enkele jaren in het bezit van Vlad Tepes ( Dracula's grootvader ). Hijzelf heeft er zeker 2 maanden verbleven, maar dan als gevangene. Een nauwer verband is er niet. Het niet aanwezig zijn van een vampierenspoor ontneemt echter niet de schoonheid en betekenis van het kasteel.
De stad Brasov gaf het kasteel in 1920 - nadat het lange tijd als woudkantoor gediend had - aan de koningin Maria von Sachsen-Coburg und Gotha, die het restaureerde, wit liet schilderen, meubileerde en aan haar wensen aanpaste. Na de machtsgreep in 1948 moest de Koninklijke familie het land verlaten en de burcht werd staatsbezit. In 1957 werd het een museum waar men thans nog steeds meubels uit de 16e tot 19e eeuw kan bwonderen. Ook is er een geheime gang te bezichtigen. De binnenplaats van het kasteel had de koningin met bloemen laten beplanten en ze had een lift laten installeren. Van de vele balkons en terrassen is er een mooi uitzicht op de omgeving.
Wat de toekomst van het kasteel zal zijn is onduidelijk. Op 25-05-2006 werd het slot feestelijk terug geschonken aan de zoon van de koningin, de 68 jarige, in Amerika wonende Dominic Habsburg. Drie jaar lang zal het slot zeker nog een museum blijven. Wat daarna zal gebeuren is onduidelijk, te meer daar de familie weinig ingenomen is met de vampiercultus.

Er is in de buurt behalve de Draculatoestanden ook nog een openluchtmuseum met oude boerderijen.
Wanneer men de weg verder volgt naar de pas toe kan men genieten van kilometers verre uitzichten over het Bugecigebergte.

 

 
Braşov &  Ciucasbergen

Wat doen de Roemenen zelf op een zondag. Zij gaan picknicken langs de rivieren en hellingen ten zuiden van Brasov, richting Ciucasgebergte. Overal zie je rook opstijgen daar waar gegrild wordt. Zelfs als wij op de pashoogte ( Pasul Bratocea, 1263m ) halt houden en te voet verder willen naar de top Ciucasgipfel ( 1954 m.) komen we nog groepjes mensen tegen. De rotsen hebben eigenaardige formaties en dragen ook dergelijke namen zoals de Sfinxul Bratocei. Bij een zendmast slaan wij nog eens linksaf om de Zuidoostelijke uitlopers van het massief met de Zaganuspis ( 1817 m. )
Na het onweer dat wij gelukkig ontliepen rijden wij terug richting Brasov. De straat loopt voorbij aan een Roma nederzetting. Er wonen ongeveer 10.000 personen in de streek van Sacele. Een beek loopt tussen hen en de rest van de stad. Ze wandelen over een heuvelkam.

Wij willen op deze avond de stad Brasov bezoeken. Aanvankelijk schrikken de betonblokken van de zesde grootste stad van Roemenië ( 283.000 inw. ) ons af, doch hoe meer wij de oude stadskern naderen hoe bekoorlijker die wordt. Het hart van de stad is de Piata Stafului waar zich het vroegere stadhuis bevond ( thans museum ). Vastgezet tussen een nooit eerder geziene reeks straatrestaurants zien wij links de toren van de orthodoxe kerk. Het bouwwerk werd in 1896 voltooid en is de perfekte kopie van de Griekse kerk in Wenen.
Deze plaats ligt aan de rand van de berg Tampa met uitzichtplatform, waarnaar een stoeltjeslift gaat. De stad was altijd al een drijvende economische motor van Roemenië. De stad werd gevormd in de 13e eeuw door Duitse Ridderorden. Deze werden later verdreven en de stad werd door de Sachsen overgenomen. In de knik van de Karpaten gelegen was het ook een belangrijke grensstad voor het Osmaanse rijk, die het regelmatig aanvielen. De stad werkte zich echter steeds snel weer op. Zo blijkt het ook nu nog heden ten dage. Als universiteitsstad is ze ook geliefd bij buitenlandse investeerders.
De Zwarte kerk ( biserica neagra ) is de grootste laatgotische hallenkerk ten oosten van Wenen. De stadhuistoren stamt uit 1420.
Overal hangen reclameborden voor de nieuw geopende Carrefour. Deze keten en Metro zijn in het westelijk landsdeel reeds goed vertegenwoordigd. Tesco en Interspar laten zeker niet lang op zich wachten.

Volgens de burgemeester is de stad enigszins beperkt in haar groei door de slechte wegen. Ofschoon Bukarest slechts 140 km. verwijderd is heeft men al gauw 3 uur rijtijd nodig. Er is wel de bouw van een autostrade gepland voor de volgende jaren en ook een aanvraag voor de Olympische Spelen van 2018 in het nabije Ski- en ontspanningsoord Poiana staat op het verlanglijstje.
De Zwarte Kerk is gebouwd in de jaren 1389 - 1477. De naam kreeg ze door een stadsbrand in 1689 die door de Oostenrijkse troepen werd veroorzaakt. Het roet is ondertussen door de regen weggespoeld. Van de overwegende Duitse bevolking in de 19e eeuw zijn nog slechts 1400 Sachsen overgebleven. De zondag is er voor de sterk uitgedunde evangelische gemeente een godsdienst. Beroemd is het in originele toestand bewaarde beukenhouten orgel en 119 Perzische tapijten die handelaars in de 17e en 18e eeuw van hun handelsreizen meebrachten en aan de kerk schonken. 's Zondags is de kerk gesloten.
Naast de kerk staat een standbeeld van de hervormer en humanist Honterus die er destijds voor zorgde dat de gesloten katholieke kerken aan de Lutherse gelovigen gegeven werden.

In de linkerhand houdt hij het door hem geschreven boek "Reformationbüchlein " vast, de rechterhand wijst naar de nabijgelegen door hem gestichte school..
Kerkelijke aankondigingen zijn in het Duits en soms wordt hier ook het huwelijk samen gevierd met de doop van de kinderen.
Drie torens en drie bastions zijn het enige wat nog rest van de oorspronkelijke vestinggordel. Hier zien wij de "Witte Toren"


Hărman & Prejmer  ( Tartlau & Honigberg )
SLOTKERKEN   
Wij verlaten de camping in Carta en rijden richting Oosten. Wij zijn nu in de streek van Tara Barsei ( Burzenland ), een 30 kwadraat km. groot vlak gebied dat in de rechteronderboog van het Karpatengebied ligt. Koning Andreas II riep in 1211 de Duitse ridderorden in het land om het onbewoonde gebied tegen de invallen van de Kumanen te verzekeren.
Ze kregen in ruil pachtvrij land en vergaande rechten. Men begon onmiddellijk met de bouw van dorpen en kerken. De weerkerk in Prejmer heeft ook daar zijn oorsprong. Men zou eigenlijk de kerk van uit de lucht moeten zien om zich een beeld van het grondplan te kunnen geven, doch dit is onmogelijk. In het museum hangt een tekening. De centrale kerk met de oorspronkelijke vorm van een Grieks kruis ( vier even lange kruisarmen ) werd door de ridderorden naar het voorbeeld van de kruiskerken in Jeruzalem gebouwd. In 1512 werd het langschip echter verlengd. De vestingmuur stamt uit de 13e eeuw. In de loop van de volgende eeuwen werd ze steeds versterkt en kreeg zijn huidige vorm met voorburcht in het zuiden in de 16/17e eeuw. In de binnenring werden woon- en opslagkamers aangelegd en de bolstaande muren werden overdekt.
Door de in de 18e eeuw opgerichte ingang, waar vroeger een ophaalbrug lag komen wij in de voorburcht.
Ook hier werden de muren ingericht als logementen in meerdere verdiepingen. Het gele gebouw rechts was vroeger het stadhuis en is thans een museum.
Wij leren er ook dat de erkenning als wereld cultuurerfgoed soms problemen oplevert. 
De beambte beslist wat moet worden gedaan zonder soms de plaatselijke toestand te kennen of te bespreken. Zo werden sommige baksteensoorten gebruikt die het weer in de streek niet aan kunnen en gaan afbrokkelen.
Er is nog een ander probleem: de grondwaterspiegel stijgt gestadig in de streek en de burchtmuren kunnen onderspoeld raken, en sommige lager gelegen kamers kunnen dan niet meer betreden worden omdat er water in staat.

De afzonderlijke kamers zijn via houten trappen bereikbaar, de treden zijn echter zo steil dat men zich op een ladder waant.
Omdat de burcht ook meermaals het slachtoffer van brand werd hangen nu op verschillende plaatsen brandblusapparaten.
De weerkerk van Prejmer is de grootste en meest oostelijk gelegen van alle Transsylvaner kerkburchten en werd dus overvallen door Mongolen, Tartaren, Turken, Kozakken........... Vijftig maal werd Prejmer beschadigd en weer hersteld, doch slechts eenmaal werd ze ingenomen. Een zwaar metalen hekwerk wijst er op dat men zich steeds diende te verdedigen

Daar de Duitse Ridderorden zich niet hield aan de voorwaarden om houten kerken te bouwen werden die kerken overgedragen aan het Cisterciënzerklooster van Carta.
In de kerk vinden wij een lessenaar in rood-blauwe beschildering met het thema Geloof-Hoop-Liefde. .
Om de binnenplaats heen waren 276 ruimten aangebracht voor de bewoners die hier tegen het oorlogsgeweld konden schuilen. Het schoolonderricht ging hier gewoon verder. Om de binnenmuur was een tweede muur waar de weerbare mannen uit het gezelschap  weestand konden bieden aan de aanvallers. Er waren schietgaten en openingen om pek door te gieten op de aanvallers.
De gehechtheid van de inwoners met hun weerkerk was zo groot dat velen konden overleven dankzij hun inzet. Hun kerk-burcht-school-stadscomplex betekende gewoon overleven.
Van de conservator van het gebouw vernemen wij dat er nog een gelijkwaardige kerkburcht is die echter niet erkend is als cultuurerfgoed. Wij hebben geleerd aandacht te schenken aan hetgeen men ons meedeelt en gaan op zoek naar het dorpje Harman.

 

Ook hier moet men naar het dorpscentrum om de kerkburcht te vinden. Rond de voormalige slotgracht groeien nu grote kastanjebomen.
Deze kerk werd tussen 1280 en 1300 gebouwd. Bijna volledig rond lopen drie muren met een omvang van 430 meter. Aan de binnenzijde is ze 12 meter hoog en aan de basis 4 meter dik. Zeven vierhoekige torens flankeren de muur ( links de enige met plat dak waarin een kapel met waardevolle fresco's.
Zoals in vele andere kerken hangen hier ook nog tapijten die door de kooplui die met de Tartaren handel dreven werden meegebracht. In het midden van de kerk staat een bank die er na de brand van 1595 werd geplaatst. Ze heeft geen leuning en was voor de vrouwen omdat ze zo hun versieringen aan de kleding niet zouden beschadigen. Ook nu is er de zondag nog een dienst alhoewel voor een sterk ingekrompen gemeente. Boven de ingang prijkt een pelikaan die zichzelf prikt om zijn bloed te geven aan de jongen wegens gebrek aan eten. In het oude Europa was dit een symbool voor de Passie van Christus.
De burcht werd meermaals verwoest door aanvallen, branden, overstromingen, pest en sprinkhanenplagen. Merk op de hiernaaste foto de vele pekneuzen op aan de bovenste muurrand. Links het huisje van de conciërge, vroegere stadhuis. Zoals bijna elk uurwerk van de burchtkerken staat het ook stil, men vraagt zich af wanneer die voor het laatst geslagen heeft.

Cârţa
De camping van Carta was ons aanbevolen door de campingbeheerders van Aurel Vlaicu en stelde ons zeker niet teleur. Deze camping ligt in een architectonische solide Roma kwartier, de zogenaamde Ziganie en is slechts over een hobbelige weg te bereiken. De naam is "de Oude Wilg "en het zijn Nederlandse eigenaren. Het is een jong stel dat elkaar ontmoette in Nederland waar de Roemeense man aan de kunstacademie kwam studeren.
Hij nam zijn Nederlandse vrouw mee naar zijn geboortestreek en daar openden ze samen een camping met een kunstzinnige inslag. De oude paardenstal werd liefdevol gerestaureerd, modern uitgerust, beschilderd, en gedecoreerd.

De samenstelling van de bevolking schijnt hier te veranderen. In Carta stoten wij bij een wandeling op een Roma familie. Van verre lijkt het idyllisch doch als men het nader beschouwd is het meer een getto. Zaken als dakpannen blijken voor Roma onbetaalbaar.
Meestal liggen de huizen in de buurt van de andere bont geschilderde woningen van de andere inwoners. Sommige huisjes zijn eigendom van Duitsers die hier vroeger woonden en nu slechts op verlof hier naar toe komen.
Carta heeft ongeveer 1200 inwoners en werd door de Siebenbürger Sachsen gebouwd wat men kan zien aan verschillende Duitse opschriften aan de huizen.
Daar het de eerste maal is dat wij met Roma in contact komen zijn wij verrast dat ze zo direkt overkomen en trots zijn Roma te zijn. Sommige taferelen choqueren soms wel zoals de groep die een paard vastbonden met de poten en het op zijn zij legden. Wij dachten dat ze het zo maar zouden slachten, doch het bleek dat het dier enkel diende gecastreerd te worden en dat werk gebeurd door hen gewoon in de natuur. Als paardenhandelaars kennen ze de knepen van het vak en sparen de kosten van een dierenarts uit. Eén familie wachtte geduldig tot de bewoner van de enige caravan op de camping hen zou fotograferen om een kleine fooi te verdienen. En een ouder persoon bedelde meermaals om sigaretten. Wij hadden die niet en betaalden cash. Daarvoor poseerden ze graag. Nadat de beelden geschoten zijn en ze er iets aan verdienden laten ze ons verder met rust.
Carta heeft ook nog een andere bezienswaardigheid. Aan de rand van het dorp, tussen bloeiende weiden ligt een ruïne. De Cisterciënzers stichten in 1202 het meest oosterse klooster in Europa. Het middenschip is ingestort, doch het koor wordt nu nog gebruikt voor de godsdienstoefeningen. De monniken brachten met deze abdij de gotiek naar Siebenbürgen. De abdij was geen lang leven beschoren. Meermaals werd ze door de Turken vernield, doch telkens weer opgebouwd. Toen onder de Wiener abt Bärenfusz de zedenloosheid toenam, hief koning Matthias Corvinuns het klooster in 1474 op en gaf het aan de stadskerk. We klimmen de 54m. hoge abdijtoren op om een foto van boven te nemen.

De talrijke graven dragen allen dezelfde datum, 30-09-1916. Roemenië verzeilde in de eerst wereldoorlog, en moest zich overgeven bij een vereende aanval van de Oostenrijkse-Hongaarse en Duitse troepen. De Duitse en Oostenrijkse soldaten die men 10 jaar na het beëindigen van de oorlog op het kerkhof onderbracht stierven allen op dezelfde dag bij een slag in het naburige dorpje Porumbac.

Biertan– Cincşor - Dealul Frumos - Netuş - Brădeni - Apold – Bratei
Kerkburchten 2
Wij hadden een landkaart waarop 500 Siebenbürger kerkburchten stonden aangeduid. Wij konden het bijna niet geloven en reden naar een dorpje dat dichtbij de camping in Carta gelegen was, Cincsor, in de richting van Fagaras. Midden in het kleine dorp storen wij inderdaad op een kerkburcht.Ze is nog volledig doch dient dringend hersteld te worden. De ingansdeur is verrot en wij kunnen de burcht niet naar binnen. Alles lijkt verlaten. In het verleden werd deze plaats gesticht door de Siebenbürger Sachsen. In 800 jaar groeide deze dorpsgemeenschap uit tot 500 inwoners. Er waren overstromingen en aanvallen van Turken. In de ringmuur had elke familie een toevluchtsoord, uitgerust met voedsel om te overleven bij een aanval.
Momenteel zijn er nog slechts 50 inwoners. De vroegere wijngaarden zijn allen verwilderd. In 1989 verliet de laatste pastoor het dorp.


Wij nemen de rechtstreekse maar slecht onderhouden weg richting Sighisoara naar het noorden toe en rijden door het heuvelachtige vruchtbare hoogland. De kerkburcht van Dealul Frumos is vervallen. Sedert 2003 is hij in gebruik door de faculteit van de architecten van de universiteit van Bukarest. Tussen beide wereldoorlogen leefden hier 1300 mensen.
Rechts de kerk van Netus

Rechts de kerk van Bradesi. Bradesi is bekend om zijn handwerkkunst. Nu gaat de weg over een bergrug. Voor ons opent zich een weids vruchtbaar dal waarin middenin het dorpje Apold ligt.
In de 2e wereldoorlog leefden hier nog 1300 personen waarvan de helft Sachsen, nu leven er nog twee Sachsen in het dorp. Hier is de kerkburcht deels gerenoveerd, want wij zien nieuw houtwerk onder de torens
.

We vernemen dat in het gerenoveerde wachthuisje rechts naast de poort een Berlijnse schrijnwerker en metselaar leeft. Hij ontdekte de burcht bij een wandeling en kon een Berlijnse vereniging warm maken om de redding van de burcht op zich te nemen. Zijn doel is om er later een ontmoetings- en opleidingscentrum in te vestigen.
Er zijn weinig dorpen waar het verval van kerken gestopt is. Uitzondering hierop is Biertan. Het is een der grootste Siebenbürgen kerkburchten, die sedert 1572 ruim 300 jaar lang de zetel was van de evangelische besschop. Het bouwbegin ligt rond de 15e eeuw. Het was de laatste gotische hallenkerk die in Transsylvanië gebouwd werd.

Door de inspanningen van de bevolking om ze goed te onderhouden kreeg ze in 1993 de status van cultureel erfgoed. Op de overdekte trappengang ontvangt een opzichter ons en maakt de kerk open. Onder één der bogen is een nar met gekromde rug geschilderd die als het ware het dak moet dragen. De sacristiedeur is ook beroemd. Ze draagt een indrukwekkend slot die de invallende Turken de toegang tot de schatkamer moest ontzeggen. Deze deur werd tentoongesteld op de wereldtentoonstelling in Parijs in 1900.
Op de kerktoren zien wij de spektoren in de ringmuur. Hier rookten de inwoners hun hammen. Biertan ligt ook in een sedert de middeleeuwen gekend wijnbouwgebied. De terrassen zijn nog zichtbaar maar druiven worden niet meer gekweekt.
Bij de Turkse invallen tussen de 13e en 16e eeuw vonden 5000 inwoners beschutting in de burchtkerk en moesten er soms maandenlang hun leven organiseren. Daar de kerk op een heuvel lag had ze geen eigen bron, maar ze groeven gangen die tot in het dorp liepen en bij de bronnen uitkwamen
.
Het aantal inwoners is nu gedaald tot 2300 waarvan er nog een 70 Duitsers zijn.

Er waren vier torens nl. de katholieke toren, de mausoleumtoren. en de uurtoren. In de vierde toren werden echtparen ondergebracht die zich niet gedroegen. Ze moesten zich opnieuw herenigen.
Lukte het uiteindelijk toch niet dan mochten ze scheiden

Een mooie gang ( rechts ) tussen de beide muren van de omwalling voert naar de spektoren.
In een restaurant voor de kerkburcht van Biertan  krijgt men een middeleeuws menu aangeboden.
Net voor de duisternis op de terugweg zien wij ook nog de kerkburcht van Bratei
.

 

Bâlea & Sâmbatâ  -  Geliefd skigebied en aktief klooster
Wil men van Carta in de indrukwekkende bergwereld van de Zuidkarpaten stijgen, dan kan men gewoon de baan naar Brasov oversteken en men staat aan de voet van de bergen. Men rijdt via de 7c naar de voet van de Baleawaterval op 1234 m. hoogte over een sterk stijgende weg.
Wij willen naar het gletsjermeer verderop, doch dit bleek onmogelijk daar er nog te veel sneeuw lag. Wij moeten noodgedwongen met de gondel als wij hogerop willen.
Ietwat verder oostwaarts rijden wij opnieuw van de hoofdweg een smal dal in en komen in het stadje Sambata en treffen er een levendig klooster aan.

Het moet iets bijzonders zijn want zoveel mooie, nieuwe huizen hadden wij nog niet gezien op zo een kleine plaats samen in Roemenië. Er zijn ook diverse pensions. Op een kleine heuvel treffen wij het klooster Brancoveanu aan, dat een nieuwbouw blijkt te zijn. Omdat de Roemenen de kunst van het bouwen volgens oude orthodoxe tradities beheersen zien wij als leken niet veel verschil tussen oude en nieuwe kloosters.
Traditioneel treffen wij aan de ingang een mooie houten poort aan. Van de koepel aan de eigenlijke kloosteringang kijkt Christus de Oppermachtige op ons neer. Het rechterbeeld is Maria's overlijden, dat hier in Sambata volgens de orthodoxe leer op 15 augustus met veel luister gevierd wordt.
Wanneer wij onder de ingangstoren doorgaan ligt de kloosterbinnenhof voor ons. De gebouwen stralen in helder wit en de zuilen zijn met motieven bewerkt. Niemand spreekt ons aan, wij zijn vrij ons te bewegen.
Een nieuwe, volledig afgewerkte kerkhal opent zich voor ons. Wij herkennen enkele zaken uit de andere orthodoxe kerken; de lange stoelenrijen aan de wand voor ouderlingen en zieken, de ikonostase aan het hoofdeinde, waarachter zich het mysterie bevindt, en de beschildering die geen centimeter van de wanden onbezet laat. Het klooster is bekend om zijn ikoonwerk. Er staat ook een rijk versierde stoel waarop Jezus als alleenheerser.

Buiten de kloosterkerk en de lange gangen met monnikenkamers staat er ook nog een houten kapel en een huisje met de kloosterbron. Niettegenstaande dat het klooster zelf nieuw is ( gebouwd in 1926 en ingewijd in 1993 ) bevinden wij ons op traditionele bodem. Veel eeuwen lang stond hier reeds een klooster die de verbinding met Wallachië en het oostelijk landsdeel van academische jongeren en literatuur voorzag.

De Habsburgers die in de 18e eeuw het land veroverden was dit een doorn in het oog. In hun streven de macht van Rome uit te breiden bestreden ze niet alleen het protestantisme maar ook de orthodoxe kerken.
Dit klooster verdween dan ook in 1785. Alleen de ruïne van de kloosterkerk bleef staan en is dan ook het enige originele bouwwerk van het klooster. Na eeuwen in puin gelegen te hebben werd het nu door de bisschop van Sibiu als geestelijk centrum heropgericht en sedert de omwenteling krijgt het zelfs steun van de katholieke kerk in Duitsland.
Op de binnenplaats klinkt de doffe slag van een houtknuppel tot ons door. Een monnik nodigt uit tot het gebed. En verschillende monniken geven er gevolg aan. Toen in de middeleeuwen Transsylvanië onder Osmaanse heerschappij stond verboden die het klokkengelui. Als gevolg uit die tijd bleef de traditie behouden om op die wijze tot het gebed uit te nodigen.


De kleine donkere ramen van de kloosterkerk herinneren ons reeds meer aan de typische orthodoxe kerken. De vele afbeeldingen en Bijbelse scenes in deze omgeving dwingen de bezoeker tot eerbied. De schoonheid van de arcadengang heeft ons aangegrepen. Wij zien bijna geen bezoekers of monniken. Het is moeilijk voor te stellen dat het klooster op sommige momenten helemaal vol loopt met bedevaarders en bezoekers. Wij slenteren naar de kleine houten kapel. Daar, in de rechter hoek valt ons een monnik op. Ook het inwendige van deze kapel is heel mooi. Het kunstvol uitgevoerd bronhuisje laat ook Bijbelse scenes zien.


SIBIU  -  (Hermannstadt)
In Sibiu worden momenteel bijna alle straten vernieuwd, evenals de historische stadskern zodat alles er op een enorme bouwwerf lijkt.
De tijd dringt, want met de toetreding van Roemenië tot de Europese Gemeenschap wordt Sibiu ( samen met Luxemburg ) in 2007 Culturele Hoofdstad van Europa. 
De stad werd gesticht in de 12e eeuw door Siebenbürger Sachsen. Zou ze er dan ook uitzien als een middeleeuws Duitse stad? Ze lijkt ons ook meer op het westen te lijken dan andere steden. De warenhuisketen Metro viert zijn 10 jarig bestaan en in de brede industriegordel schieten grote firma's als paddenstoelen uit de grond: Continental, Siemens, enz........
We dwalen geruime tijd rond de oude stad zonder ze te vinden tot ze zich manifesteert met het gebouw van "de dikke toren "een deel van de vroegere stadsomwalling en in 1788 omgebouwd werd als eerste Siebenbürger theater. Thans herbergt ze de Philharmonie. De toren is een deel van de derde ring van de vesting die in de loop van de eeuwen rond Sibiu is aangelegd. 39 verdedigingstorens heeft de stad eens langs haar 3 vestingringen bezeten. Van uit het druk bezochte park kijken wij op een andere toren, de Zimmermannstoren.
De torens van de stad waren aan de gilden toebedeeld en dragen nu nog steeds die namen. De desbetreffende gilde had dan voor de instandhouding van de toren te zorgen.
Hoe komen nu die Duitse invloeden in Sibiu en waarom bevinden zich sedert de 12e eeuw plotseling zoveel Duitsers in Transsylvanië? De stichting Hermannstadt ( Sibiu ) werd in 1150 door Hermann von Nürnberg op zogenoemde "Koningsbodem "gesticht. Koning Geisa van Hongarije had Duitse kolonisten in het land geroepen. Nadat wij door de vroegere stadstoren zijn gegaan staan wij nu aan de rugzijde van "de dikke toren ". Die werd in 1788 aan die zijde uitgebreid tot het Thalia-theater.

Talrijke steenhouwers werken aan de dieper liggende marmeren trappen omdat in 2007 talrijke voorstellingen in dit gebouw zullen plaatsvinden.
Het huidige Sibiu oogt dynamisch en attractief, ook als het nu nog steeds te lijden heeft van een economische terugval. Voor de bezoeker lijkt het er op dat de hele stad in heel korte tijd gesaneerd moet worden. In het jaar 2000 werd hier na 70 jaar een Duitser als burgemeester gekozen en in 2004 werd hij met 90% van de stemmen herkozen.

Bij het verder slenteren langs de verdedigingstorens komen wij aan bij een opgraving met Romeinse overblijfselen en buigen hier naar rechts om in de druk bezochte winkelstraat van de oude stadskern te belanden, de N. Balcescustrasse.
Het autoverkeer werd hier uit het centrum verbannen zodat binnen enkele maanden - als de werken klaar zijn - het zeker aangenaam wandelen zal zijn in het centrum.
Op één van de uithangborden zien wij CIA en denken dat  de Amerikaanse Veiligheidsdienst hier ook een kantoor heeft. Niets is minder waar, het betreft CCIA en staat voor "Kamer voor handel, industrie en landbouw "
De grote winkelstraat mondt uit op de grote plaats, de Piata Mare ( Grote Ring ) die tevens de grootste marktplaats is van Siebenburg. Het betreft een mooi aaneengesloten plein met burgerhuizen, kerken en musea. Een voorbeeld van barok is o.a. het "Bruckenthalpaleis " De vroegere gouverneur, Samuel von Bruckenthal, was één van de plaatselijke vooraanstaande Siebenbürger Sachsen. Zijn paleis werd gebouwd tussen 1778-1785. Hij kocht werken van Rubens, Tizian, Cranach en stichtte het Hermannstädter Gymnasium.


Wij zien verder de gevel van de "Bodenkreditbank "in Nieuwe-barokstijl en ernaast de katholieke Jezuïetenkerk en college, en tot slot de toren van het vroegere stadhuis, het symbool van de stad. Verderop heeft men burgerhuizen en hotels, waarvan er nu nog heel wat in de steigers staan om hersteld te worden tegen 2007. De deur van de Jezuïetenkerk is open en wij zien dat het zijn oorspronkelijke barok heeft bewaard. De kerk werd gebouwd in de jaren 1726-1733. Er zijn drie bogen en een ingetogen koor. De missen hebben plaats in het Duits, Roemeens en Hongaars.
Eén van de meest kenmerkende wijken is de bovenstad, waar de rijken en meer ontwikkelde burgers woonden, in tegenstelling tot de benedenstad waar de handwerkers en armere inwoners verbleven. Hier boven heeft men drie grote pleinen die op meerdere plaatsen met elkaar verbonden zijn.
Loopt men achter de katholieke kerk een smal straatje door dan komt men op een volgend plein terecht, de "Piata Huet ". Hier staat in het midden de evangelische kerk, die zonder haar toren meer op een middeleeuwse huizenrij zou lijken. De kerk werd tussen 1320 en 1520 in drie etappes gebouwd. Binnenin zijn een orgel, een bronzen doopvont uit 1438 en wandtapijten te bezichtigen. Deze kerk en haar omgevend plein is de eigenlijke oorsprong van de stad.

De kerk was aanvankelijk ook een burchtkerk met een muur omgeven waar de inwoners bij invallen van Tartaren en Turken een onderkomen vonden.
Omdat de stad bleef groeien werd een derde plein, de Piata Mica, toegevoegd, die met de tweede vestingring omgeven werd. De grote Piata Mare, met de derde vestingring en tal van torens werd slechts in een derde fase toegevoegd. De drie pleinen samen vormen de eigenlijke bovenstad.
Voor de ingang van de kerk staat een standbeeld van bisschop Teutsch ( 1817-1893 ). Hij vertegenwoordigde de Sachsische natie succesvol bij de Hongaarse regering. De kerk had in de 16e eeuw besloten om de leer van Martin Luther te volgen en bouwde de relatie met het moederland Duitsland verder uit. Het evangelische geloof werd zo het kenmerk van de Sachsen, daar waar de andere hun omgevende nationaliteiten katholiek of grieks-orthodoxs bleven. Bisschop Teutsch en zijn zoon schreven het vierdelige werk "Geschichte der Siebenbürger Sachsen ", dat het verleden verheerlijkte en het zelfbewustzijn van de bevolking aanwakkerde.
 

Tegenover het kerkportaal treft men het Bruckenthal-Gymnasium. Sedert de reformatie in de 16e eeuw werd hier in het Duits onderwijs gegeven. Ook momenteel wordt nog in het Duits onderwezen, niettegenstaande dat momenteel 90% van de studenten van Roemeense afkomst zijn.
Achter de evangelische kerk treft men nog een nostalgische rij huizen aan de rand van de Piata Huet. Deze maakten deel uit van de eerste ring. Stapt men door de onderdoorgang rechts, staat men op het Piata Mica of Klein Plein. Dit kleine plein was aanvankelijk de markt van de handwerkslieden. Het plein was omgeven door woonhuizen en indrukwekkende huizen van de gilden. Via de Pemplingertrappen komt men in de onderstad.

Men komt ook nog voorbij het stadhuis waar een gedenkplaat is opgehangen dat aan het bezoek van Prins Charles herinnert in 1998. Gaat men van hier onder de torenbogen door dan staat men weer op de Grote Plaats. De spleetogige dakopeningen zijn typisch voor de vele gebouwen in Sibiu en worden er "Meisjesogen "genoemd.
Een volgend cultureel monument is het voormalige Ursilinenklooster uit de 15e eeuw. Momenteel dient het als Grieks-orthodoxe kerk. Het kerkelijk landschap is de laatste eeuw sterk gewijzigd. Waar in 1910 nog 41% van de bevolking evangelisch was, blijft daar nu slechts 1% van over. Van de 20% rooms-katholieken blijven er nog 2% over.

Van de inwoners van Sibiu waren er in 1910 slechts 18% Roemeensorthodox en dit werden er thans 91%. In de stad met ongeveer 180.000 inwoners, waar eertijds enkel Duitsers burgerrechten hadden, leven nu nog 1600 Duitsers. Zij richtten er het "Deutsche Forum "op om hun herkomst te blijven onderstrepen.

Hunedoara, Aurel Vlaicu & Densuş
De camping van Aurel Vlaicu ligt onmiddellijk aan de E68 richting Sibiu. Deze camping, beheert door Nederlanders is ten zeerste aan te bevelen. Dit Nederlandse echtpaar is na het beëindigen van hun taak bij een Nederlands-Roemeense hulporganisatie achtergebleven en kocht er een boerderij. Men heeft er toiletten en douchen geïnstalleerd, het veld achter het huis geëffend en een berijdbare oprit aangelegd. De tweede avond zitten wij samen over de kaarten gebogen en krijgen heel wat nuttige tips. De camping ligt aan de linker onderrand van het reusachtige Transsylvanië. Gelegen in de Karpatenboog op een hoogte tussen de 300 en 800 meter is het een smeltkroes van verschillende etnische groepen, zoals Roemenen, Hongaren, Siebenbürger Sachsen, Szeklern en Romazigeuners. Bij de eerste blik is Transsylvanië een sterk midden- en westeuropees beïnvloed cultuurlandschap. Hunedoara ( in het Duits: Eisenmarkt ) een stad ongeveer 45 km. zuidwestwaarts gelegen herbergt een bezienswaardig slot dat op de voorzijde van heel wat toeristische brochures is te zien.

Het betreft hier een slot van de Corvinen - slot Corvinesti - één van de belangrijkste, ja zelfs grootste niet kerkelijk gotische bouwwerk uit Transsylvanië, dat aan de rand van de stadsgrens op een groene heuvel is gelegen.Daar wij tegen de zon in fotograferen kruipen wij de heuvel achter het kasteel op om een beter zicht te hebben.
Wij zijn een ogenblik sprakeloos. Nu eerst zien wij waarom het kasteel uit die bepaalde hoek gefotografeerd werd voor de toeristenfolders
 Alhoewel het slot goed onderhouden lijkt en op zichzelf schilderachtig overkomt, zien wij nu in de onmiddellijke nabijheid een grote, momenteel wegroestende Roemeense ijzergieterij. In het verleden heeft men hier veel industrie toegestaan, die echter door het ontbreken van investeringen nu een totale achteruitgang ondervindt. Ook bij het doorkruisen van Hunedoara ( ong. 71.000 inw. ) rijdt men door een eindeloos troosteloos industrielandschap. Deels worden die leegstaande fabrieken thans afgebroken. Een zekere hoop geven ook de borden die aan sommige gebouwen zijn aangebracht. Mittal ( grootste staalconcern ) lijkt hier te willen investeren.

Terug naar het slot. In de 14e eeuw als verdedigingsburcht opgericht, schenkt Sigismund de Luxemburger het in 1409 aan Knesen Voicu voor zijn verdienste in de strijd tegen de Turken. Diens zoon, Iancu van Hunedoara en zijn kleinzoon Matthias Corvinus - de latere koning van Hongarije - lieten bij het uitvinden van de vuurwapens en het besef dat dergelijk bouwwerk niet meer te verdedigen was, het kasteel ombouwen tot residentieslot.

Een machtige brug werd over de thans sterk met plastikafval vervuilde rivier aangelegd. Naast tal van andere bruchten in Transsylvanië wordt ook deze burcht als de enige burcht van Dracula genoemd. De man heeft de burcht nooit in bezit gehad. Wel kwam hij hier meermaals op bezoek en heeft er zelfs gevangen gezeten. De Roemeense prins Vlad Tepes, genaamd Dracula, kwam Matthias Corvinus steun vragen in zijn strijd tegen de Turken. Deze laatste pleegde echter verraad tegenover hem en liet hem - ook hier - in de kerker opsluiten.

Om de overzichtelijke burchthof waren de vroegere woon- en representatieruimten gebouwd van het geslacht Corvinen. In de bovenste ruimten van het rechter gebouw bevindt zich nu een museum. Links ziet men een toren wienst steil dak op sommige plaatsen geen leien meer draagt. Dit is de ingang tot de ridderzaal. Een blik in de beroemde, met granietzuilen opgesmukte ridderzaal is zeker de moeite waard. In de galerij van het museum bevinden zich stenen wapenschilden van de familie der Corvinen. Men vermoedt dat de raaf ( corvinus ) in het wapenschild naamgevend was voor het geslacht der Hunyadi.  In het bonte glasraam ziet men een afbeelding van Johann von Hunyadi ( ca. 1387 - 1456 ) de vader van Matthias Corvinus ( 1443 - 1490 ) die na de dood van zijn vader op 15 jarige leeftijd tot koning van Hongarije werd gekroond. Ondanks het feit dat de burcht meermaals ten prooi viel aan brand is er nog veel bewaard gebleven uit de tijd van Johann von Hunyadi. 



Overal in Roemenië loont het eens een afslag of een omweg te maken van de hoofdweg om op één of andere schat terecht te komen. Laat men het industrielandschap achter zich dan stoot men in Densus in Hatzegerland op deze waarschijnlijk oudste kerk van Roemenië. Het is een prachtstuk en samensmelting van verschillende bouwtrends. Men vermoedt dat het hier om een heidense tempel gaat of dat de oorspronkelijke bouwheren met bouwafval ( grafplaten - zuilen ) uit de omliggende Romeinse hoofdstad Sarmizegetusa het bouwsel optrokken.

Ook de binnenzijde is buitengewoon. De klokkentoren rust op vier reusachtige rechtop geplaatste antieke grafplaten waarop inscripties in het Grieks, Cyrillisch en Latijn te vinden zijn. De wanden zijn in Byzantijnse stijl beschilderd. De kleine plaatselijke orthodoxe gemeente houdt er ook nu nog hun godsdienstige feesten. Aan de achterzijde zijn de zuilen die als steunpilaren tegen de linkerzijde zijn aangebouwd opmerkelijk. De kerk is kandidaat om op de lijst van het Unescowerelderfgoed te worden opgenomen.


Op de terugweg rijden wij langs het kleine dorp Orastie waar de reusachtige kerk in het oog springt. Toen wij er binnengingen doken wij in een Roemeens-Orthodoxe dienst. In de donkere volledig bont beschilderde en met goud versierde koepelhal staan langs de wanden talrijke mensen, voornamelijk vrouwen. In het midden staat als stijlbreuk een tafel met een reusachtige plastic bad gevuld met water. Ernaast staan plastic- en glasflessen. De priester loopt tijdens de lange gezonden liturgie steeds opnieuw rond die tafel. Het is een komen en gaan en het steeds weer kruisen slaan. Wij nemen aan dat het water met deze religieuze daad geheiligd werd en aansluitend voor de gelovigen voor hun ouderen en zieken meegenomen wordt naar huis.


De Nederlandse campinghouders nemen een foto van een kind op zijn paard, dat nadien de foto wil bekijken. Digitale fotografie blijkt bij de Roemenen nog nieuw en men wil graag het resultaat van de genomen foto zien. Meestal maken wij ook slechts foto's na toestemming. Naast de camping grazen paarden rustig in de uitgestrekte weiden. Op de achtergrond kan men het Apusenigebergte zien, waar vier canyons en verschillende grotten te vinden zijn en dat een geliefd wandelgebied is.

Alba Iulia - (Karlsburg/Weißenburg) Festung  und  Altstadt
In het stadje Sebes ( Mühlbach ) loopt de nationale weg naar het oosten verder naar Sibiu. Een tweede loopt naar het noorden richting Alba Iulia ( 66.000 inw. ). Wij slaan die weg in, want het loont de moeite deze buitengewone stad te bezoeken. Opnieuw moet men door betonblokken door om op een heuvel de oude stadsmuren te ontdekken.

 Via de poort die gerenoveerd wordt ( muur met dak erboven ) treden wij de vesting van Alba Iulia binnen. ( Duits: Karlsburg, vroeger Weissenburg ). De stad kan op een geschiedenis van 2000 jaar terugblikken. De Daciërs bouwden op deze heuvel reeds een stad, Tharmis genoemd. De Romeinen kwamen in 107 na Chr. en vestigden er een castrum dat genoemd werd: Apulum. 200 jaar lang huisveste hier het XIII legioen "Auditrix Gemina ". Toen de Hongaren dan de streek veroverden werd het een koninklijke vesting. Na de Tartareninval in 1241 werd de verdediging uitgebouwd. In de 17e eeuw werd de stad het verblijf van de koning en werden verdere gebouwen opgericht. Einde van de 17e eeuw kwam de stad dan onder Oostenrijks bewind. De stad werd voortaan naar de heerser Karl VI, Karlsburg genoemd en in Vaubanstijl verder uitgebouwd. Er waren 6 torens, waarvan de beroemdste de Karlstoren was. Het vroegere commissariaat en provianthuis ( lang gebouw in het midden ) is thans een kazerne. Niettegenstaande de door de Italiaanse architect Giovanni Visconti gebouwde vesting in de vorm van een 7-puntige ster werd gebouwd en een omtrek van 12 km. heeft kan men ze zeker op een namiddag bezoeken.

100 m. voorbij de Karlstoren heeft men een gebouw waar als gevolg van de eerste wereldoorlog in 1918 het verdrag werd ondertekend tussen Transsylvanië, Moldavië en Walachië, dat het huidige Roemenië tot gevolg had. Borstbeelden van beroemde Roemenen zoals generaal Averescu kijken naar het gebouw toe. Op de achtergrond heeft men de universiteit en is er in de omgeving ook nog het "Batthyaneum "een bibliotheek met oeroude manuscripten. Enkele stappen verder op het kruispunt van twee oude Romeinse straten is het middelpunt van de vesting. Hier staat het ruiterstandbeeld van Mihai Viteazul. Hij wist destijds in de strijd tegen de Osmanen met het bondgenootschap van de Habsburgers Walachië en Moldavië te verenigen. In Alba Iulia liet hij zich de sleutels van de stad overhandigen. Meer over deze man vindt men op: http://de.wikipedia.org/wiki/Mihai_Viteazul
In 1600 sloegen de Polen het verdrag van de verenigde staten van Roemenië stuk, en kon hij slechts als vazal van de Kaasburgers opnieuw ten strijde trekken doch in 1601 werd hij door de concurrerende Habsburgerleider Basta in de buurt van Alba Iulia vermoord.

Achter het ruiterstandbeeld bevindt zich de belangrijkste Rooms-katholieke kerk. Ze dateert van de 13e eeuw. De St. Michielskerk is volledig behouden gebleven en verwijst naar een interessante mengeling van Romaanse en Gotische elementen. De kerk geldt als het belangrijkste vroegmiddeleeuwse monument van Transsylvanië.
Het interieur werd kort geleden gerestaureerd en heeft een glanzende goudtoon. De graven horen toe aan de Transsylvanische vorsten zoals: Iancu von Hunead, de bouwer van de Corvinenburchten, koningin Isabella en haar zoon Ioan Sigismund. Merk op dat de linten aan de kronen de Hongaarse kleuren dragen.

Enkele schreden verder staat men al opnieuw voor een gebouw met opvallend nationaal-geschiedkundige en religieuse achtergrond. De orthodoxe kathedraal werd in 1921 in traditionele Roemeense stijl opgetrokken. Hier werden in 1922 Ferdinand I en Marie tot koningen van Grootroemenië gekroond.
Wij verlaten de vesting door een poort die tussen de katholieke en de orthodoxe kerk is gelegen. Vroeger leidde dit naar een oefenveld, doch nu is er een nieuwe levendige wijk gebouwd. Vanuit die poort heeft men een prachtig zicht op een andere orthodoxe kerk, de Wederverenigings- of Kroningskathedraal. Via de Karlstoren komen wij bij een aarden wal langs de imposante muur.
Hier komen wij een ander kleinood tegen gewijd aan de eerste "Vereniger van Roemenië, Mihai Viteazul. Het is een kerk uit 1988 in de houten stijl van de kerken van Maramures met naam "Michaël de Dappere ".
Op dezelfde plaats zou Mihai een orthodoxe kerk hebben opgericht in 1597 onder de bescherming van de heilige Drievuldigheid ( The Holy Trinity ) die verwijst naar de drie Roemeense landen. In 1714 werd die kerk - die ook de zetel van het bisdom van Transylvanië was - door de Habsburgers vernield. De kerk is nog nieuw en naargelang er geld in het bakje komt zal ze binnenin geschilderd worden.

Een kleine wandeling om de vesting is zeker aan te raden, zelfs als men af en toe eens door de struiken moet klateren. Soms weet men niet meer of men zich op een muur of op een aarden wal bevind. De 7 bastions, reusachtige stervormige bouwwerken zitten verstopt in deze wallen.
De huidige bewoners gebruiken de grondstukken als groentetuintjes. Op bijgaande foto ziet men een voorwerk of "Ravelijn "dat voor het eigenlijke bastion geplaatst werd om een betere verdediging te geven.
Rechts zie je een met wapenschild bewerkte punt van één van de hoeken van het Trinitasbastion ( = Unesco wereldcultuurerfgoed )
Zelfs als men de geschiedenis van deze stad niet kent, of eerst later gaat opzoeken, is de blik op deze omgeving alleen ook al indrukwekkend.

Cristian, Sebeş, Câlnic  -  (Grossau, Mühlbach, Kelling)
Kerkburchten 1
Cristian, ( Grossau ) ligt een tiental kilometers van Sibiu verwijderd en is bekend om zijn vele ooievaarsnesten.
In het centrum van het dorp stoten wij op de burchtkerk. Ze ligt onmiddellijk naast de rivier Zibin die ook door Sibiu loopt en in de loop der jaren voor enkele overstromingen zorgde.
Het dorp werd gesticht in de 12e eeuw. Bijna onmiddellijk werd de Romaanse kerk gebouwd waarvan nu nog resten te zien zijn. Door de Turkse invallen in de Middeleeuwen moest men een verdediging opbouwen om de kerk heen, zodat de bevolking zich daar kon terugtrekken. Het portierhuisje onderaan de kerktoren wordt momenteel gerenoveerd. De achthoekige verdedigingstoren staat in het kerkhof. Van hieruit werd de vijand met pek overgoten. Via de hoofdstraat kan men in de kerkburcht. Men ziet er een mooie pastoorstuin met zitbank. Wij beklimmen de kerktoren om een zicht van boven te hebben. Het gele gebouw is de school en in de verte gaat de vruchtbare grond over in de Karpatengordel. Op het kerkhof staat een gedenksteen waarin de namen zijn gegraveerd van de na de 2e wereldoorlog naar Rusland gedeporteerden. Nog een andere eigenaardigheid zien wij hier "de pestpreekstoel ". Die werd gebouwd in 1550. De priester kon zo de gelovigen toespreken in de hoop zelf niet besmet te worden. In 1553 werd het dorp door cholera en pest verwoest, waarna er nog vier andere epidemieën kwamen tussen 1707 en 1755.


Wij treffen er een Duitssprekende man aan. Het minimumpensioen is er € 25,00/maand. Hij heeft een stukje grond dat hij wil verkopen omdat het goed is gelegen op slechts 7 km. van Sibiu. Een onderhandeling met een Oostenrijkse firma is gaande zodat de man alleen maar kan hopen op een betere oude dag. Dit in gedachten denken wij er aan als wij in de Metro in de buurt inkopen doen aan "westerse prijzen ". Het moet dubbel zwaar wegen voor de Roemenen om kennis te maken met de Westerse welstand. Er is dus nog een hele weg af te leggen voor de leiders van het land.

55 km. westwaarts van Sibiu ligt Sebes ( Mühlbach ) op een kruising van belangrijke wegen. Ook hier woonden vroeger reeds de Dachiërs en de Romeinen voor in de 13e eeuw de Siebenbürger Sachsen aankwamen. Op het plein voor de kerk staat een marmeren fontein en vele omliggende huizen zijn mooi gerestaureerd. Van cultuurhistorisch belang is hier de evangelische kerk.


Sibiu

Het koor herinnert aan de St. Vituskathedraal in Praag of de St. Barbarakerk in Kutna Hora.
 Misschien had de bouwheer kennis van deze bouwwerken. Het meest in het oog springend is echter het vleugelaltaar van 13m hoogte van de hand van Veit Stosz uit het jaar 1516. Om het plein heen zijn pergola's aangebracht en stukken van de vroegere stadsmuren waarin sommige huizen zijn geïntegreerd.
In de vroege avond rijden wij nog naar"de "kerkburcht " van Calnic ( Kelling ) die op de werelderfgoedlijst staat. Het bijzondere hieraan is dat ze niet om een kerk werd gebouwd, maar rond de woning van de graaf. 
De toren links is de woontoren van Graf von Kelling die in 1260 het drie verdiepingen tellend gebouw liet oprichten. De laatste graaf gaf het gebouw in 1430 aan de gemeente, die een verdere beveiliging aanbracht en een kapel liet bouwen. Ze is zeer eenvoudig en protestant Duits.

Ook dit deel 2 is een vertaling van de zeer uitgebreide website van de Duitse fam. Capper.
www.capper-online.de
Ondanks dat de bovenstaande tekst een ietwat andere reisroute heeft als de Duitse, hopen wij dat het interessant is om te lezen en u misschien op een vakantie idee brengt. De bijbehorende fotootjes zijn klein, zodat er voor de lezer nog genoeg te ontdekken overblijft in dit mooie land.  Maar mocht u desondanks meer willen weten en zien, bezoek dan de Duitse site met schitterende foto's.  Wij bedanken de Belgische familie, voor de opgestuurde vertaling.